Moet de ontslagvergoeding van Theo van meer dan € 400.000 nog verrekend worden met Rianne?

Theo en Rianne zijn in 1992 op huwelijkse voorwaarden met elkaar getrouwd. In 2007 ontvangt Theo een ontslagvergoeding van € 423.575,89. In april 2016 besluiten Theo en Rianne om te scheiden. Rianne vertrekt op dat moment direct uit de echtelijke woning. In 2018 wordt de echtscheiding geformaliseerd.

Theo en Rianne hebben nog wel discussie over de vraag of de door Theo ontvangen ontslagvergoeding tussen hen verrekend dient te worden. In hun huwelijkse voorwaarden hebben zij zich ten opzichte van elkaar verplicht om over elk jaar hun (resterende) netto-inkomen, onder aftrek van het bedrag dat daarvan besteed is aan de gemeenschappelijke huishouding, onderling te verrekenen.

Volgens Theo dient zijn ontslagvergoeding helemaal niet als inkomen gekwalificeerd te worden, nu hij en Rianne in hun voorwaarden zijn overeengekomen dat onder inkomen moet worden verstaan: winst uit onderneming, zuivere inkomsten uit arbeid of vermogen of winst uit aanmerkelijk belang. Hij is van mening dat zijn ontslagvergoeding privé vermogen is en dus alleen aan hem toekomt.

Vaststaat dat Theo voorafgaand aan zijn ontslag ongeveer een maandelijks inkomen had van bruto € 10.000. Na zijn ontslag ontving Theo in 2007 en 2008 een WW-uitkering van respectievelijk € 9.522,24 bruto en € 14.064,96 bruto. Er kan dus gezegd worden dat er in deze periode een bedrag van € 166.412,80 (€ 60.477,76 over periode 1 mei-31 december 2007, en € 105.935,04 over heel 2008) van zijn ontslagvergoeding is besteed om tot zijn normale inkomensniveau te komen. Dit deel is gebruikt ter aanvulling van zijn WW-uitkering en is dus daadwerkelijk verbruikt.

De rechtbank gaat er vanuit, mede gezien het feit dat een deel van de ontslagvergoeding is aangewend om de WW-uitkering van Theo aan te vullen, dat de ontslaguitkering diende ter compensatie van gederfd loon. Dit houdt in dat het bedrag dat nog resteert tussen Theo en Rianne bij helfte verrekend moet worden.

Vast staat dat een bedrag van € 231.751,89 is aangewend ter aflossing van de hypotheek. Rianne had recht op de helft van dit bedrag. Nu met verrekenbaar inkomen is geïnvesteerd in de villa, dient de villa (die eigendom is van Theo) in ieder geval voor dat bedrag in de verrekening te worden meegenomen, zodat Rianne hier nog de helft van krijgt. Van het totale bedrag van de ontslagvergoeding van € 423.575,89 resteert dan nog (€ 423.575,89 – € 231.751,89 – € 166.412,80 =) € 25.411,20. Rianne heeft recht op de helft van dit bedrag, derhalve op € 12.705,60.

Procedures in het familierecht zijn onzeker. Op voorhand is vaak niet te zeggen wat de uitkomst van een procedure zal zijn, aangezien alle omstandigheden van het geval een rol spelen en niet altijd is in te schatten aan welke omstandigheden een rechter meer gewicht toekent. Garanties kunnen niet gegeven worden. De uitkomst is dus ook afhankelijk van de zittende rechter. Natuurlijk valt en staat het met een goede onderbouwing van de standpunten. Het is dus van groot belang om in dergelijke zaken bijstand te zoeken van een gespecialiseerde familierechtadvocaat die jou hierbij kan helpen. Een advocaat waar je een klik mee hebt, die met je meedenkt en de schade voor jou en de andere betrokken zoveel mogelijk probeert te beperken. Nog beter is om het overleg te zoeken en zo tot een oplossing te komen waar jullie beiden achter kunnen staan.

Wampie van Arkel helpt je hier graag bij.