“Alles wat van mij is, is van jou, met uitzondering van ……..”
Trouwen in ‘beperkte’ gemeenschap van goederen moet de nieuwe standaard worden
Op 17 februari jl. schreef ik een blog over het initiatiefwetsvoorstel van Swinkels (D66), Recourt (PvdA) en Van Oosten (VVD) waarin zij voorstellen om het huidige stelsel te veranderen zodat trouwen in gemeenschap van goederen niet langer de standaard is. Een goede stap met mij betreft.
De huidige geldende wetgeving stamt uit 1838 en is toe aan modernisering. Op dit moment is Nederland een van de drie landen op de wereld waar standaard in algehele gemeenschap van goederen mensen trouwen.
Met deze wijziging zullen voorhuwelijkse (privé)schulden en vermogens privévermogen blijven, netals erfenissen en giften. Verzwegen schulden blijven op deze manier buiten de gemeenschap van goederen.
Steun
Een grote meerderheid van de Tweede Kamer heeft hier gisteren mee ingestemd. De initiatiefnemers krijgen steun van Van Wijngaarden (VVD), Yücel (PvdA) en Bergkamp (D66). Van Nispen (SP), Van Toorenburg (CDA), Segers (ChristenUnie) en Dijkgraaf (SGP) hebben de nodige op- en aanmerkingen op het voorstel. Het voorstel zal nu naar de Eerste Kamer gaan.
Op- en aanmerkingen
CDA en de kleine christelijke partijen stellen dat het huwelijk méér is dan een zakelijke overeenkomst en dat een eventuele wijziging het alleen maar ingewikkelder maakt. De mogelijkheid blijft uiteraard bestaan om de samenstelling van de huwelijksgoederengemeenschap anders vorm te geven door bijvoorbeeld huwelijkse voorwaarden op te stellen. De ChristenUnie verwacht dat veel mensen alsnog in gemeenschap van goederen wensen te trouwen en door de wijziging krijgen zij dan, wat de partij betreft, een onterechte “boete” in de vorm van notariskosten.
In afwijking van hetgeen de christelijke partijen vrezen, verwachten de coalitiepartijen juist dat er met de wijziging minder problemen na een echtscheiding komen.
Conclusie is dat, ongeacht of de Eerste kamer ook instemt met het voorstel, het voor (aanstaande) echtgenoten van belang blijft om na te denken over de civiel- en fiscaalrechtelijke gevolgen van hun huwelijk.