,

Uitspraak HR 9 oktober 2015 is een wijziging van omstandigheden als bedoeld in artikel 1:401 lid 1 BW

In mijn blogs van 12 en 26 oktober 2015 schreef ik reeds over de uitspraak van de Hoge Raad van 9 oktober 2015 over het kindgebonden budget en kinderalimentatie.

 

Het was een hele tijd onduidelijk hoe men, met het oog op de uitspraak van de Hoge Raad van 9 oktober jl., moest omgaan met een door de rechter gedane beslissing omtrent kinderalimentatie als deze reeds in werking was getreden. Zou er een geslaagd beroep op art 1:401 lid 1 BW (wijziging van omstandigheden) of art. 1:401 lid 4 BW (van aanvang niet beantwoord aan de wettelijke maatstaven) kunnen worden gedaan of zou dit niet mogelijk zijn?

 

In de beschikking van de Rechtbank Den Haag van 24 mei jl. is eindelijk meer duidelijk geworden met betrekking tot de toepasselijkheid van art. 1:401 BW lid 1 (wijziging van omstandigheden).

 

In deze zaak was er volgens de vrouw, dankzij het door de Hoge Raad gewezen arrest van 9 oktober jl., sprake van gewijzigde omstandigheden, omdat deze uitspraak directe gevolgen had voor de berekening van zowel de behoefte van de minderjarige als haar eigen draagkracht. De vrouw was van mening dat de rechterlijke uitspraak niet langer aan de wettelijke maatstaven voldeed. De Rechtbank heeft haar verzoek toegewezen en is van mening dat de vrouw het door haar gestelde voldoende gemotiveerd heeft.

 

De rechtbank bepaalt de ingangsdatum van de kinderalimentatie op de datum verzoekschrift, omdat de man vanaf deze datum rekening had kunnen houden met een mogelijke wijziging van de kinderalimentatie. De eerdere beschikking in deze zaak was gewezen op 20 maart 2013. Indien er toen geen sprake was geweest van een onjuiste rekenmethodiek had de man vanaf die datum een hoger bedrag aan kinderalimentatie moeten betalen. Er is dus geen sprake van terugwerkende kracht.

 

Deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag heeft tot gevolg dat alle uitspraken in alimentatiezaken die na 1 januari 2013 zijn gedaan en waarin een van de ouders ook daadwerkelijk kindgebonden budget ontvangt, op grond van art. 1:401 lid 1 BW gewijzigd kunnen worden. En dat zijn er heel wat….

 

Of dat ook tot veel wijzigingsverzoeken zal leiden, weten we uiteraard nog niet. Bij een wijzigingsprocedure komen ook weer kosten kijken en ouders kunnen natuurlijk ook nog steeds in onderling overleg hun regeling wijzigen. De man heeft echter nog de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan. We wachten weer rustig af…