Wordt Dionne met reuma geacht om in haar eigen levensonderhoud te kunnen voorzien of moet Marcel partneralimentatie betalen?

Marcel en Dionne zijn in 2011 met elkaar getrouwd. In 2019 wordt hun (kinderloos gebleven) huwelijk door echtscheiding ontbonden. Dionne verzoekt de rechtbank de door Marcel aan haar te betalen partneralimentatie vast te stellen. De rechtbank wijst het verzoek af. Dionne gaat in hoger beroep.

Volgens Dionne moet Marcel partneralimentatie betalen, omdat zij niet in haar eigen behoefte kan voorzien. Haar behoeftigheid moet volgens haar worden berekend aan de hand van haar huidige dienstverband van 9,6 uur per week. Zij is door haar reuma beperkt en is in staat om maximaal 24 uur per week te werken. Zij heeft zich zichtbaar ingespannen om haar dienstverband uit te breiden door het incidenteel accepteren van meer uren, maar is hierin (nog) niet structureel geslaagd, hetgeen haar niet kan worden tegengeworpen.

Marcel is van mening dat hij geen partneralimentatie hoeft te betalen, omdat Dionne in staat zou zijn om fulltime te werken. Zij heeft zich onvoldoende ingespannen om haar inkomen te verhogen: zij heeft uitsluitend bij haar huidige werkgever geïnformeerd en heeft slechts één open sollicitatie verzonden.

Het hof overweegt, na de behoeftigheid (hetgeen zij nodig heeft om in haar levensonderhoud te kunnen voorzien) van Dionne te hebben vastgesteld op € 1.232 netto per maand, als volgt. Dionne erkent dat zij fysiek in staat is om 24 uur per week te werken. Haar stelling dat zij zich inspant om tot die 24 uur te komen, maar dat dit door omstandigheden buiten haar schuld niet is gelukt en er dus niet met een inkomen gebaseerd op 24 uur per week rekening kan worden gehouden, heeft Dionne onvoldoende onderbouwd. Zij heeft toe nu toe uitsluitend bij haar huidige werkgever verzocht om haar uren uit te breiden en heeft verder slechts één sollicitatie verstuurd, zodat het feit dat zij dit inkomen mogelijk nog niet genereert, voor haar rekening en risico dient te komen en het op haar weg ligt om zich verder in te spannen om haar inkomen te verhogen. Het hof gaat er daarom vanuit dat Dionne in staat moet worden geacht zich het inkomen te verwerven behorend bij een werkweek van 24 uur.

De stelling van Marcel dat Dionne bij een dienstverband van 24 uur in staat is om een inkomen te genereren van € 1.283 netto per maand, heeft Dionne niet betwist. Het hof ziet op grond van de door Dionne overgelegde loonstroken over 2019 ook geen aanleiding om van dit bedrag af te wijken. Het hof is daarom van oordeel dat Dionne (mede op grond van haar leeftijd, werkervaring en de situatie op de huidige arbeidsmarkt) in staat moet worden geacht om, door uitbreiding van haar huidige uren, minimaal dit inkomen te genereren en aldus in haar eigen behoefte te kunnen voorzien.

Nu bij Dionne geen sprake is van behoeftigheid en zij in staat moet worden geacht om in haar eigen levensonderhoud te voorzien, bekrachtigt het hof de beschikking van de rechtbank. Marcel hoeft geen partneralimentatie aan Dionne te betalen.

Procedures over partneralimentatie zijn onzeker. Op voorhand is vaak niet te zeggen wat de uitkomst van een procedure zal zijn, aangezien alle omstandigheden van het geval een rol spelen en niet altijd is in te schatten aan welke omstandigheden een rechter meer gewicht toekent. Garanties kunnen niet gegeven worden. De uitkomst is dus ook afhankelijk van de zittende rechter. Natuurlijk valt en staat het met een goede onderbouwing van de standpunten. Het is dus van groot belang om in dergelijke zaken bijstand te zoeken van een gespecialiseerde familierechtadvocaat die jou hierbij kan helpen. Een advocaat waar je een klik mee hebt, die met je meedenkt en de schade voor jou en de andere betrokken zoveel mogelijk probeert te beperken.

Wampie van Arkel helpt je hier graag bij.